Telefoon overdag: 036 532 99 88
Telefoon avond/weekend: 0900 203 0 203 (HAP)
Bij spoed overdag: 036 549 00 00
Print Stuur door Klein - Normaal - Groot
Verklaring van de huisarts
U heeft gevraagd om een doktersverklaring, mogelijk op verzoek van een ander. Alleen in uitzonderlijke gevallen (bij juridische procedure, als de rechter daar speciaal om verzoekt) is uw eigen huisarts geoorloofd dit te doen. In alle andere situaties moet dit gebeuren door een onafhankelijke arts, niet zijnde uw huisarts of de arts die U behandeld heeft. Hieronder volgt de offici?le lezing van het besluit van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (K.N.M.G.):"Volgens het Besluit en Rapport inzake Geneeskundige Verklaringen,Intercollegiale Informatie en Medische Informatie, uitgegeven door de K.N.M.G, is de behandelend arts (en/of huisarts) niet de aangewezen persoon om schriftelijk of mondeling geneeskundige verklaringen af te geven omtrent gezondheid, ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, toewijzing van voorzieningen, enz. van zijn patiënten. Ook verklaringen omtrent spreekuurbezoek en informatie over persoonlijke eigenschappen of omstandigheden van de patiënt mogen in dit kader evenmin door de behandelend arts (en/of huisarts) worden verstrekt. Voor zover de instelling, welke een verklaring nodig acht, geen genoegen kan nemen met een verklaring van de patiënt zelf, dient zij hiervoor, ter wille van de voor alle betrokkenen noodzakelijk geachte objectiviteit, een keurend of controlerend geneesheer aan te wijzen. De behandelend arts (en/of huisarts) is veelal onbekend met de criteria welke moeten worden gehanteerd om tot een juiste afweging te komen, wat nodig is om het doel waarvoor de geneeskundige verklaring wordt gevraagd, te kunnen beoordelen. Bovendien mag van de behandelend arts (en/of huisarts) die een bijzondere vertrouwensrelatie met zijn patiënt heeft, niet worden gevraagd dat hij van zijn oordeel in een geneeskundige verklaring blijk geeft, omdat het de vertrouwensrelatie zou kunnen schaden, indien het oordeel niet gunstig voor de aanspraken van de patiënt/cliënt zou zijn".